Deze website maakt onderdeel uit van het historische archief van SGSP.nl. Kijk op www.sgsp.nl voor een overzicht van ons actuele aanbod.
 Deze historische website wordt niet langer bijgewerkt met actuele onderwerpen of aangepast aan moderne technische eisen.
Zoeken
De Glacier-Express

Door: Erik Kruithof
Datum: 14/12/2000

Van St. Moritz naar Disentis (RhB)
Het op 1775 m hoog gelegen plaatsje St. Moritz is met zijn uit 1927 daterende station, met niet te missen klokkentoren, is het vertrekpunt van de Glacier-Express. Na de nodige remproeven vertrekt de trein, en verdwijnt de 114 meter lange Argentieri tunnel in. Na een korte blik in de Charpadura schlucht rijdt de trein de Charpadura tunnel (449 m) in, om vervolgens een korte stop te houden in Celerina (1730 m) en Samedan (1705 m).

In Samedan bevindt zich ook een groot locdepot van de RhB, dat voor de tractie op de Albulabahn naar Chur evenals de lijn naar Scuol-Tarasp. Vanuit Samedan vertrekt de Glacier-Express naar het op 1714 meter hoog gelegen Bever. In Bever buigt de trein met een scherpe bocht af, het dal van de Beverin-Flusses in (Val Bever). Na dit wilde hoogdal, tot 1880 leefde er nog beren, rijd de trein de zuidelijke ingang van de hoogst gelegen Alpen tunnel in Europa, de Albula tunnel in. Deze tunnel is het eerste spoorwegtechnische hoogtepunt van de reis. De tunnel is gedeeltelijk met de hand en voor de rest met druk water boormachines, systeem Brandt, aangelegd. De bouw van de tunnel leverde veel problemen waardoor de totale kosten 7,828 miljoen bedroegen.

Direct na het uitrijden van de Albula tunnel rijdt de trein het op 1789 meter gelegen station van Preda binnen. Van Preda tot Filisur rijdt de Glacier-Express over het traject van de Albula-Bahn. Tussen Preda en Bergün moet de trein een hoogteverschil van 416 meter overbruggen in 12,6 kilometer. Om dit mogelijk te maken werden er vier keertunnels, zeven viaducten en twee galerijen gebouwd, en dit in een korte tijd zonder dat er een computer aan te pas kwam.

De eerste twee tunnels, de 535 meter lange Zuondra tunnel en de 677 meter lange Toua tunnel, zijn keertunnels, waarin de trein een bocht van 270 graden met een helling van 35 ‰ beschrijft. Tussen deze twee tunnels worden de Albula viaducten II en III als wel de Maliera galerie gepasseerd. Iets later volgt de 685 meter lange Rugnax-keertunnel, die aan de dalzijde deuren bezit die in de koude winter gesloten zijn en alleen voor de trein even geopend worden.


Trein 551 naar St. Moritz even voor Preda in het Albula dal, 2 juli 2002.
E. Kruithof

Direct na de tunnel rijdt de Glacier-Express over het Albula viaduct I. Vervolgens gaat de rit door de bossen en passeert de trein het 40 meter hoge Tischbach viaduct. Al snel is hier een eerste blik op het plaatsje Bergün mogelijk. Na Bergün volgt de trein de rivierbedding van de Albula.


Trein 541 van de Rhätische Bahn onderweg naar St Moritz op het Landwasser - Viaduct, 24 augustus 2000.E. Kruithof
Op het 13 Km lange traject van Bergün naar Filisur (1080 m) rijdt de trein over 8 grote bruggen en door 13 tunnels. In Filisur buigt het traject van de Albulabaan af naar Davos. Even na Filisur ligt het in 1902 gebouwde, en wereldberoemde, Landwasser-Viaduct. Deze brug ligt in een bocht naar links met 100 m radius. De lengte is 130 meter en heeft een daling van 20 ‰. Met haar 6 bogen overspant de brug de 65 meter lager stromende Landwasser. Aan de zijde van Filisur is het viaduct tegen een loodrechte rotswand aangebouwd.

Vervolgens komt de trein in Alvanau en Tiefencastel (894 m). Hierna word de Schunschlucht met 14 tunnels en de 164 meter lange en 90 meter hoge Soliserbrug gepasseerd, de hoogste brug van de RhB. Na Solis rijdt de Glacier-Express het Domleschg in om zo Thusis (697 m) te bereiken. Sinds het begin van de reis heeft de Glacier-Express 60 Km afgelegd en 1100 hoogtemeters achter zich gelaten.

Na Thusis gaat de tocht langs de talrijke halfvergane burgtrüinen en de trotse kastelen als Burg Rietberg, Burg Sins, Burg Ortenstein en Burg Rharuns. Een van de mooie bezienswaardigheden in de Domleschg is het op 658 meter hoog gelegen dominicanenklooster Caris. Via Rodels-Realta en Rothenbrunnen gaat de trein naar Reichenau-Tamis (605 m).



Trein 555 met Glacier-Express richting St. Moritz op het Landwasser-Viaduct, 7 juli 2002. E. Kruithof

Het traject tussen Chur en Reichenau-Tamis is met dubbelspoor aangelegd, omdat ook de treinen van de Albulalijn hier gebruik van maken. Na een korte stop gehouden te hebben in Domat/Ems vertrekt de Glacier-Express richting Chur (585 m). In Chur komen de normaalsporige rails van de SBB en het meterspoor uit Arosa, Landquart/Davos en Disentis samen. Tussen de Ems-Chemie en Chur is een van de beide sporen voorzien van een derde rail, zodat de normaalspoorwagens tot de fabriek kunnen komen, wat extra verladen in Chur bespaart. De tractie voertuigen van de SBB moeten het op dit geringe traject doen met de 11.000 Volt bovenleidingspanning van de RhB (SBB: 15.000 Volt).

Voordat de trein uit Chur verder gaat worden er eerst nog een Restauratiewagen en een koerswagen uit Davos aan de trein toegevoegd. Ook wordt er in Chur kopgemaakt, er komt aan de andere kant van de trein een nieuwe RhB-locomotief aan de trein.


Een regionale trein in de Rhein-schlucht, 15 juli 2002.

E. Kruithof
Na deze korte rustpauze vertrekt de Glacier-Express weer naar Reichenau-Tamis. Vanaf hier vertrekt de Glacier-Express naar Disentis. Dit gaat langs de Verderrhein in de Rheinschlucht. Deze bergkloof heeft een lengte van meer dan 15 Km en heeft steile rotswanden tot wel 300 meter hoog. De kloof wordt alleen door het spoor doorkliefd. Aan de noordelijke dalflanken liggen de vakantieoorden Flims, Laax en Falera. Vervolgens stopt de trein in Ilanz (702 m). Hierna worden er enkele plaatsen en stations gepasseerd met wat ongewone namen, zoals: Schnaus-Strada, Ruean, Vuorz, Tauanasa-Breist, Rabius-Surrhein en Somvix/Sumvitg, alle Rhätoromaanse namen, de vierde officiële taal van Zwitserland.

Vanaf Trun (825 m) begint het traject weer wezenlijk te stijgen. Vanwege het overhangende karakter van het traject werd de bouw van grote bruggen bevorderlijk. Na 145 Km rijden vanuit St. Moritz bereikt de Glacier-Express het op 1130 meter gelegen overgangstation (RhB/FO) Disentis/Muster. In Disentis/Muster wordt de RhB-locomotief vervangen door een HGe 4/4 II van de FO met tandrad aandrijving. De maximaal 14 wagens tellende trein uit Chur wordt hier in twee delen, die afhankelijk van loc en wagentype uit maximaal 7 wagens bestaan, opgesplitst, wat door de voorbereidingen in Chur niet veel tijd in beslag neemt.

Van Disentis naar Brig (FO) >>

Laatste Artikelen